Yes! Vandaag is het de Dag van de Grammatica. Vandaag mag ik dan eindelijk mijn liefde voor grammatica zonder ook maar een greintje terughoudendheid uiten: vandaag denkt iederéén immers non-stop aan zijn of haar favoriete grammaticaregel! We zijn uiteraard en masse aan het zinsontleden en bij de koffie corrigeren we onze medemens er lustig op los. Vandaag wordt er geen ‘hun zijn goed in schrijven’ of ‘ik leert het nooit’ gezegd.
Engelse woordvolgorde
Heerlijk vind ik dat. Die logica van de taal. Het feit dat we iedere zin die we uiten volgens dezelfde oertekening opbouwen. Nu moet ik wel zeggen dat dat voor het Engels duidelijker geldt dan voor het Nederlands. In het Engels is er namelijk een hele vaste zinsstructuur: wie – doet – wat – waar – wanneer. Een zin als ‘Wij hebben heel lang in het bos voetbal gespeeld’ kun je dus niet vertalen zonder de woordvolgorde te veranderen. De woordvolgorde is hier immers wie – doet – wanneer – waar – wat – doet. Nee, voor een Engelse vertaling neem je simpelweg het volgorde-malletje en hier leg je de woorden als volgt in:
(1) wie (2) doet (3) wat (4) waar (5) wanneer
(1) We (2) have been playing (3) football (4) in the woods (5) for a very long time.
Easy. Peanuts. Piece of cake. Afgezien van het feit dat je ‘hebben gespeeld’ eigenlijk niet met goed fatsoen met ‘have been playing’ kan vertalen. Maar daar hebben we dan weer een ander regeltjessysteem voor. Grammar covers all.
Nederlands ingewikkeld
Het Nederlands is daarentegen veel gecompliceerder. Wij kunnen drie verschillende volgordes aanhouden:
- wie – doet – wat: Jij leest deze blog. (You read this blog.)
- wie – wat – doet: (Ik zie dat) jij deze blog leest. ((I see that) you read this blog.)
- wat – doet – wie: Deze blog lees jij. (You read this blog.)
Geen patroon in te vinden, zou je zeggen. Toch is het er. Elke volgorde is alleen toepasbaar als de zin of het zinsdeel een bepaalde functie vervult. Zo is optie 1 de volgorde voor een hoofdzin, die op zichzelf kan staan. Optie 2 is de volgorde van wat we noemen een ‘predikaat’: een zinsdeel dat volgt op woorden als ‘dat’, ‘als’, enz. en dus niet op zichzelf kan staan. Optie 3 is de volgorde als je speciale nadruk wilt leggen op het lijdend voorwerp, in dit geval ‘Deze blog’. Simpel. Makkie. Eitje.
Taal = mooi
Nee, simpel is het niet. Al helemaal niet als je een taal op latere leeftijd moet leren en deze dus niet met de paplepel ingegoten krijgt. Want dan leer je de taal niet meer op gevoel, maar moet je het voor een deel juist van de grammaticaregels hebben. Dan veroorzaken deze voor sommigen slapeloze nachten. En toch is het mooi: het feit dat iets wat door zo veel verschillende mensen op zo veel verschillende manieren wordt gebruikt voldoet aan een bepaald plan.
Ik wens u een fijne Grammaticadag!